onvermogen
...
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Muiswerk Educatief (2017)
onvermogen - zelfstandig naamwoord uitspraak: on-ver-mo-gen 1. het niet in staat zijn om iets te doen ♢ zijn onvermogen blijkt uit de puinhoop die is ontstaan 1. een bewijs van onvermogen [waar op...
Van Dale Uitgevers (1950)
o., 1. het niet in staat zijn tot iets: zijn onvermogen komt tot uiting in zijn beoordeling van dat kunstwerk; personen die van hun onvermogen om proceskosten te dragen kunnen doen blijken; 2. het niet in staat zijn om aan zijn geldelijke verplichtingen te voldoen: een bewijs van onvermogen, door de Burgemeester afgegeven verkl...
M. J. Koenen's (1937)
o. (1 het niet in staat zijn; 2 het niet in staat zijn aan zijn geldelijke verplichtingen te voldoen): 1 zijn onvermogen om haar karakter te waarderen; 2 een bewijs van onvermogen; rechtst. verklaren in staat van kennelijk onvermogen, rechterlijk vonnis, dat iem. buiten staat is zijn schulden te betalen.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
1° Lichamelijk, als huwelijksbeletsel, zie ➝ Impotentie. 2° Belastingrecht. Voor afschrijving van belasting wegens o., zie ➝ Invordering van directe belasting.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: