Wat is de betekenis van onverminderd?

2024-10-06
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-10-06
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onverminderd

onverminderd - Bijvoeglijk naamwoord 1. nog even groot, niet minder geworden Ook toen het moeilijk werd, bleef zijn enthousiasme onverminderd. onverminderd - Voorzetsel 1. (formeel) zonder af te doen aan U heeft toestemming voor dit feest onver...

2024-10-06
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

onverminderd

onverminderd - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-ver-min-derd 1. zonder minder te worden ♢ mijn liefde voor jou is onverminderd Bijvoeglijk naamwoord: on-ver-min-derd de/het onverminderde ...

2024-10-06
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onverminderd

adj. & adv., ûnformindere.

2024-10-06
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-10-06
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onverminderd

I. bn. bw., niet verminderd: mijn liefde en eerbied blijven onverminderd; zijn Blanca, hem kostbaar meer dan ooit en onverminderd schoon. II. vz., behoudens: onverminderd de bepaling van artikel 637.

2024-10-06
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onverminderd

1 bn., bw. (niet-verminderd): uw ijver blijve onverminderd, even krachtig; ik acht u onverminderd hoog, evenhoog als vroeger; 2 vz. (behoudens): gij kunt het feest bijwonen onverminderd de verplichting ter vergadering te komen.

2024-10-06
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onverminderd

(onvər'mindərt) I. bn. en bw. 1. met verminderd : zijn liefde blijft -. 2. even: schoon. II.vz. behoudens : artikel 182.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-10-06
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onverminderd

bn. en bw., niet verminderd: mijn eerbied blijft onverminderd; onverminderd de bepaling van art 637.