Wat is de betekenis van onveilig?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onveilig

onveilig - Bijvoeglijk naamwoord 1. gevaar met zich meebrengend Het hotel was erg mooi, maar wel in een onveilige buurt. Woordherkomst Afgeleid van veilig met het voorvoegsel on- Synoniemen gevaarlijk

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

onveilig

onveilig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-vei-lig 1. met de kans dat er iets ergs gebeurt ♢ deze straat is erg onveilig Bijvoeglijk naamwoord: on-vei-lig ... is onveiliger dan ... h...

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onveilig

adj., ûnfeilich.

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onveilig

bn. (-er, -st), niet veilig, gevaar opleverende : het seinlicht stond op onveilig; inz. van wegen: gevaar van aanranding opleverende : rovers maakten de wegen onveilig.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onveilig

bn. (gevaar opleverend): het waren onveilige tijden, rovers maakten er de wegen onveilig; (spoorw.) het seinlicht stond op onveilig.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onveilig

(on’veiləch) bn. en bw. (-er, -st) gevaar opleverend : de rovers maken de streek -, het spoorwegsein stond op -.

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onveilig

bn. (-er, -st), gevaar opleverend: het sein stond op onveilig; wegpiraten maakten de wegen onveilig.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onveilig

bn. (-er, -st), niet veilig, gevaar opleverende: het seinlicht stond op onveilig; inz. van wegen : gevaar van aanranding opleverende : de weg was onveilig door struikrooverijen. ONVEILIGHEID, v.