Wat is de betekenis van ontzet?

2024-04-16
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

ontzet

Uit het verband geraakt, ingezakt, gescheurd (van een fundament, muur of pijler).

2024-04-16
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ontzet

ontzet - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ont-zet 1. erg geschrokken en geschokt ♢ ontzet keek ze me aan 2. uit het verband gebracht ♢ die ontzette deur is het gevolg van die botsing ...

2024-04-16
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ontzet

I. o., g. mv., bevrijding, inz. van legers, vestingen of schepen die door de vijand in ’t nauw worden gebracht: het ontzet van Leiden. II. bn., zie Ontzetten.

2024-04-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ontzet

1 o. (bevrijding inz. van legers, vestingen enz.): het ontzet van Leiden; er daagt ontzet op; tot ontzet komen opdagen; 2 bn. (ontsteld): ontzet van schrik.

2024-04-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ontzet

(ont'set) 1. o. het ontzetten (8) : het van een stad, van een schip; er daagt op. Tgst. beleg. 2. bn. hevig ontdaan, ontsteld : van schrik -. Syn. → aangedaan.

2024-04-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ontzet

I. o. (g. mv.), bevrijding, m.n. van legers, vestingen of schepen die door de vijand in het nauw werden gebracht: het ontzet van Leiden; II. bn., verbijsterd.

2024-04-16
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Ontzet

bevrijding van een belegerde plaats of een ingesloten leger.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ontzet

o. bevrijding, inz. van legers, vestingen of schepen, die door den vijand in ’t nauw worden gebracht: het ontzet van Leiden.