ontzaglijk
ontzaglijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ont-zag-lijk 1. heel groot, leuk, fijn, veel ♢ het was een ontzaglijke onderneming 2. heel erg ♢ we hadden een ontzaglijke dorst Bijvoegl...
Muiswerk Educatief (2017)
ontzaglijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ont-zag-lijk 1. heel groot, leuk, fijn, veel ♢ het was een ontzaglijke onderneming 2. heel erg ♢ we hadden een ontzaglijke dorst Bijvoegl...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), 1. vrees en eerbied inboezemende : de ontzaglijke Goden; Napoleon was een ontzaglijk veldheer; 2. verheven, groots, indrukwekkend : wij Engelen, wij doorgronden dat ontzaglijk raadsel niet; de ontzaglijke hoogten dier sneeuw- en ijsvelden; 3. zeer groot: een ontzaglijke menigte; de ki...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: