ontzag
ontzag - Zelfstandignaamwoord 1. eerbiedige vrees 2. macht over anderen waardoor hun eerbiedige vrees wordt ingeboezemd ontzag - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van ontzien ♢Ik ontzag ♢Jij ontzag ♢Hij, zij, het ontza...
Wiktionary (2019)
ontzag - Zelfstandignaamwoord 1. eerbiedige vrees 2. macht over anderen waardoor hun eerbiedige vrees wordt ingeboezemd ontzag - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van ontzien ♢Ik ontzag ♢Jij ontzag ♢Hij, zij, het ontza...
Muiswerk Educatief (2017)
ontzag - zelfstandig naamwoord uitspraak: ont-zag 1. eerbiedige bewondering, groot respect ♢ ik heb ontzag voor de werklust van Richie 1. iemand ontzag inboezemen [zorgen dat hij je gaat bewonderen...
Getty Research Institute (1990)
ontzag - Emotie die angst, eerbied en verwondering met elkaar combineert, opgewekt door gezag of door het heilige of verhevene.
Van Dale Uitgevers (1950)
o., 1. eerbiedige vrees voor iem. of iets: ontzag voor iem. hebben, voelen, tonen; iem. ontzag inboezemen; 2. macht of overwicht over anderen, waardoor hun een gevoel als onder 1. wordt ingeboezemd ; gezag, prestige : hij loopt zodoende groot gevaar zijn ontzag te verliezen; 3. toestand waarin hij verkeert wie men het genoemde...
M. J. Koenen's (1937)
o. (eerbiedige schroom, eerbied; gevoel van het overwicht v. anderen): ontzag voor iem. hebben, tonen; iem. ontzag inboezemen; met ontzag (vervullen); uit ontzag; hij heeft ontzag.
Jozef Verschueren (1930)
(ont’sach) o. 1. eerbiedige vrees: voor iemand hebben, gevoelen, tonen; iemand inboezemen; met -; uit -. Syn. → achting. 2. gezag, prestige: iemand van -.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o., 1. eerbiedige schroom: voor iemand hebben; iemand inboezemen; 2. overwicht, gezag, prestige: hij heeft wel ontzag onder de jeugd.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: