Wat is de betekenis van ontwrichten?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ontwrichten

ontwrichten - Werkwoord 1. (ov) losmaken uit hun gewricht 2. (ov) verhinderen dat iets zijn normale loop heeft De overwachte protestactie ontwrichtte het hele verkeer. Woordherkomst afgeleid van gewricht met het voorvoegsel ont- en met het achtervoegsel -en Verwante begrippen...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ontwrichten

ontwrichten - regelmatig werkwoord uitspraak: ont-wrich-ten 1. uit zijn verband raken door uitwendig geweld ♢ zijn pols was ontwricht na de val 2. uit zijn verband rukken, krachteloos maken ♢ do...

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ontwrichten

v., forstûkje, forkloffe, forknoffelje.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ontwrichten

(ontwrichtte, heeft ontwricht), 1. (ledematen) losmaken uit hun gewricht: de pols is ontwricht ; hij heeft zijn been ontwricht; — ook van de persoon of het dier welks ledematen ontwricht zijn: zo lag, ontwerveld en ontwricht, het roofdier uit elkaar geslagen; 2. (fig.) uit zijn verband rukken ; krachteloos maken; v...

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ontwrichten

ontwrichtte, h. ontwricht (1 uit het gewricht rukken of trekken; 2 fig. krachteloos maken, verlammen): 1 de arm ontwrichten, de heup ontwrichten; 2 onze ontwrichte samenleving, uit het verband gerukt.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ontwrichten

(ont’frichtən) (ontwrichtte, heeft ontwricht) 1. uit het gewricht trekken, rukken : de onderkaak -. 2. krachteloos maken : de ontwrichte geest liet weerloos zich dwingen. 3. de natuurlijke samenhang ervan verbreken : onze ontwrichte samenleving.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ontwrichten

(ontwrichtte, heeft en is ontwricht), 1. (ledematen) losmaken uit hun gewricht: zijn pols ontwricht; 2. (fig.) uit zijn verband rukken; krachteloos maken; verlammen: de samenleving is ontwricht.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)