Wat is de betekenis van ontwaren?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ontwaren

ontwaren - Werkwoord 1. (ov) een moeilijk waarneembaar object beginnen waar te nemen Tot zijn schrik ontwaarde hij een tijger in het hoge gras. Woordherkomst Afgeleid van ontwaar worden (verg. waarnemen , bewaren) Naamwoord van handeling van waren met het voorvoegsel ont-

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ontwaren

ontwaren - regelmatig werkwoord uitspraak: ont-wa-ren 1. het met je ogen waarnemen ♢ in het vage licht ontwaarde ik een man met hoed 2. het je bewust zijn, het in de gaten hebben ♢ pas toen ontw...

2024-04-25
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Ontwaren

Er is een Nederlands voorvoegsel antdat betekent: tegen. Wij hebben het over in ant-woord: tegenwoord en in de plaatsnaam Antwerpen: land dat tegen de oever geworpen is. Het Duits kent Awt-litz: gelaat. Dit voorvoegsel is dikwijls verzwakt tot ontdoordat het weinig klemtoon kreeg. Dit onttreft men voor tal van werkwoorden aan: ontberen, ontsnappen...

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ontwaren

v., gewaer wurde; iets niet kunnen —, earne gjin gesicht op krije kinne.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ontwaren

(ontwaarde, heeft ontwaard), 1. in ’t oog krijgen: het licht kwam binnen en ik ontwaarde bij zijn schijnsel een jong meisje. 2. gewaarworden, bespeuren: toen ’k ontwaarde, waar ik was.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ontwaren

ontwaarde, h. ontwaard (zien, bespeuren): ik ontwaarde een jong meisje; dat hij een kleine ongesteldheid mocht ontwaren, gewaarworden.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ontwaren

(ontwarən) (ontwaarde, heeft ontwaard) in ‘t oog krijgen, gewaarworden : in het halfduister ontwaarde hij een knaapje in de hoek; een kleine ongesteldheid -. Syn. → bemerken.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ontwaren

(ontwaarde, heeft ontwaard), 1. in het oog krijgen: ik ontwaarde een vogel tussen de bladeren; 2. gewaarworden, bespeuren: toen ontwaarde ik waar ik was.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)