Wat is de betekenis van Ontslapen?

2024-04-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

ontslapen

sterven. ophouden te leven; sterven; "inslapen"; in Bijbelse zin ook: als gelovige sterven en in afwachting van de opstanding zijn. Vaak in de vorm ontslapen zijn. Voorbeelden: Het was de wens van de overledene geweest dat mij dit pakket persoonlijk zou worden overhandigd. Hij had Père Louis mijn oude adres ge...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ontslapen

ontslapen - Werkwoord 1. (intr) (formeel) (eufemisme) sterven ontslapen - Werkwoord 1. meervoud verleden tijd van ontsmetten ♢Wij ontslapen ♢Jullie ontslapen ♢Zij ontslapen Woordherkomst afgeleid van sl...

2024-04-25
Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Ontslapen

Ontslapen, sterven. Ontslapen in de Heer, als gelovige sterven (zie ook Heer). Het werkwoord ontslapen in de betekenis ‘sterven’ is waarschijnlijk terug te voeren op het gebruik ervan in de bijbel. Vgl. Handelingen 7:60, waar de steniging en dood van Stefanus beschreven staan: ‘En op de knieën vallende, riep hij met luider stem: Here, reken hun de...

2024-04-25
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

ontslapen

Geen ‘uiltje knappend’ maar: gestorven. Doodgaan is weliswaar een doodgewoon woord, toch zul je het maar zelden tegenkomen in rouwadvertenties of condoleancebrieven. Daarin wordt eerder gesproken over: heengaan*; afscheid* moeten nemen; inslapen*, en andere min of meer verhullende termen. De bijbel is vaak een belangrijke inspiratiebron voor dergel...

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ontslapen

v., rêste, de holle dellizze, weireizgje, hjir wei gean, fortiigje, der ût gean.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ontslapen

(ontsliep, is ontslapen), de eeuwige rust ingaan, sterven: de levensbeschrijving van een kort te voren ontslapen hoogleraar; in God, in den Here ontslapen, als een gelovige.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ontslapen

(ont'sla:pən) (ontsliep, is ontslapen) zacht en kalm als voor een lange slaap insluimeren, sterven: in God, in de Heer -. Syn. → afsterven.

2024-04-25
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Ontslapen

De Heilige Schrift noemt den dood meermalen een slapen (Deut. 31 : 16; Matth. 9 : 24 enz.; ter bestrijding van de meening dat er zou zijn een zieleslaap, psychopannychie, vergelijke men het art. Zieleslaap). In verband daarmee heet sterven: ontslapen; een ingaan in den slaap des doods. Van een opwekking der lichamen van heiligen, die ontslapen ware...

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ontslapen

(ontsliep, is ontslapen), sterven.