Wat is de betekenis van Ontkleeden?

2024-04-16
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Ontkleeden

Het woord ontkleeden komt tweemaal in de Heilige Schrift voor. De eerste maal als beschreven wordt hoe de krijgsknechten van den stadhouder Jezus met zich namen in het rechthuis en zij, niets ontziende, schaamteloos, Hem ontkleeden en den spot met Hem gaan drijven, door Hem daarna een purperen mantel om te doen, een kroon van doornen op Zijn hoofd...

2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ontkleeden

(ontkleedde, heeft ontkleed), ontdoen van kleederen : een kind ontkleeden; berooven van iets dat als een kleed wordt voorgesteld : de herfst ontkleedt het veld; — (scheepst.) van een touw, de bekleeding er van afnemen; — zich ontkleeden, zich uitkleeden; hij ontkleedde zich verder en sloop zoo stil mogelijk te bed; — (spr.) men...

2024-04-16
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Ontkleeden

b.w. - De bekleeding, b. v. van een touw, wegnemen.

Gerelateerde zoekopdrachten