Wat is de betekenis van ontiegelijk?

2024-03-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

ontiegelijk

Het begrip ontiegelijk heeft 2 verschillende betekenissen: 1) zeer groot; enorm. zeer groot; enorm; geweldig. 2) buitengewoon. buitengewoon; uitermate; bijzonder.

2024-03-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

ontiegelijk

(1829) (oorspr. Barg., thans inf.) erg; enorm; verschrikkelijk. Vgl. onmeunig*. • ... en zeide iets, dat tante Trom, zoo zij het gehoord had, weinig zoude gesticht hebben, daar zij' toch in 't geheel niet gierig was, maar bepaald iets tegen ontiegelijk geldverspillen had. (Jacobus Johannes Cremer: Daniël Sils. 1856) • Het stiekem bi...

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ontiegelijk

ontiegelijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. in zeer hoge mate aanwezig Ik heb een ontiegelijke honger. ontiegelijk - Bijwoord 1. in zeer hoge mate We hebben ontiegelijk genoten van het optreden. Synoniemen enorm, reusachtig

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ontiegelijk

ontiegelijk - bijwoord uitspraak: on-tie-ge-lijk 1. heel erg ♢ hij is ontiegelijk rijk Bijwoord: on-tie-ge-lijk Synoniemen hartstikke, immens, machtig, ontstellend, ontzaglijk, ontzettend, reusachtig, reuze

2024-03-29
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

ontiegelijk

enorm, geweldig, heel erg, Parooll.

2024-03-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Ontiegelijk

[v. dialectisch ontig of ontieg = smerig, vuil, schandalig, van ont = vuil (ook fig.)] verschrikkelijk, enorm, uitermate.

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ontiegelijk

bn., geweldig (veel), reuze: ontiegelijk knap.

2024-03-29
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)