Wat is de betekenis van Ontbinden?

2023-05-31
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ontbinden

ontbinden - Werkwoord 1. (ov) een organisatie opheffen Er werd besloten de vereniging te ontbinden. 2. ergatief (scheikunde) het uiteen (laten) vallen van een chemische stof in een aantal andere Als je een polymeer aan een te hoge temparatuur blootstelt, zal het...

Lees verder
2023-05-31
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ontbinden

ontbinden - onregelmatig werkwoord uitspraak: ont-bin-den 1. er een einde aan maken ♢ het huwelijk is door de scheiding ontbonden 2. bepalen van de priemfactoren waaruit een getal is samengesteld ...

Lees verder

Direct toegang tot alle 11 resultaten over Ontbinden?

Word nu vriend van Ensie
2023-05-31
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ontbinden

v., ûntbine, losmeitsje.

2023-05-31
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ontbinden

(ontbond, heeft ontbonden), 1. wat of wie gebonden is losmaken: een geboeide ontbinden; een knoop ontbinden;een huwelijk ontbinden, de scheiding van gehuwden uitspreken. 2. (dicht.) bevrijden: wie kan mij van mijn schuld ontbinden? 3. (van vergaderingen en verenigingen) uiteen doen gaan of opheffen: de Koning...

Lees verder
2023-05-31
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ontbinden

ontbond, h. ontbonden (1 losmaken; 2 bevrijden; 3 opheffen): 1 de handen van iem. ontbinden; 2 wie kan mij van mijn schuld ontbinden? 3 een commissie ontbinden, de Kamer ontbinden; nog: (alg.) een vorm in factoren ontbinden, de factoren bepalen, waarvan de vorm het product is.

Lees verder
2023-05-31
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ontbinden

(ond'bindən) (ontbond, heeft ontbonden) 1. wie of wat gebonden is losmaken : een geboeide, iemands handen, een knoop -. 2. losmaken : liefde die hem de tong ontbond. 3. Dicht, vrijmaken : van lang verdriet ontbonden. 4.Natk. in plaats van één kracht er twee stellen waarvan die de resultante is : de kracht AB is in de krachten...

Lees verder
2023-05-31
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Ontbinden

In de geschriften van het Oude Testament komt het woord ontbinden slechts eenige malen voor, en wel figuurlijk, als van een ontbinden van den zak, het teeken van den rouw; dus: blijdschap hergeven (Ps. 30 : 12); of een ontbinden van de lendenen, d. i. van macht berooven (Jes. 45 : 1; vgl. 5 : 27); of het ontbinden van knoopen, gezegd van Danië...

Lees verder
2023-05-31
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Ontbinden

Ontbinden - van een vectorgrootheid, b.v. een snelheid of een kracht, het bepalen van twee of meer vectorgrootheden (componenten genaamd), waarvan de geometrische som gelijk is aan de oorspronkelijke grootheid. Dit o. kan op willekeurig veel verschillende wijzen geschieden. Zie SAMENSTELLEN, PARALLELOGRAM VAN KRACHTEN.

2023-05-31
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ontbinden

(ontbond, heeft ontbonden), 1. wat of wie gebonden is losmaken: een huwelijk de scheiding van gehuwden uitspreken; 2. bevrijden: ontbindende voorwaarde, waardoor een verbintenis teniet wordt gedaan; 3. (van vergaderingen en lichamen) uiteen doen gaan of opheffen: de koning heeft het recht de Kamers van de Staten-Generaal te ontbinden; 4. (mechan...

Lees verder
2023-05-31
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ontbinden

(ontbond, heeft ontbonden), iem. of iets losmaken van iets anders: ontbindt het veulen en brengt het; men ontbond zijn voeten; — (dicht.) losmaken, vrijmaken, bevrijden van iets: in die vdlzaaVge stonden, wen de geest als van het stof ontbonden weer naar zijn oorsprong trekt; —■ een zaak, die geacht wordt uit te zamen verbonden delen t...

Lees verder
2023-05-31
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Ontbinden

b.w. - Losmaken.