onsterfelijk
...
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Muiswerk Educatief (2017)
onsterfelijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-ster-fe-lijk 1. wie niet dood gaan ♢ Geoffrey denkt dat hij onsterfelijk is 2. wie voor eeuwig beroemd is ♢ door dat boek heeft hij zijn naam o...
M. J. Koenen's (1937)
bn. (niet sterfelijk; fig. onvergankelijk): de ziel is onsterfelijk; de onsterfelijke goden; onsterfelijke eer.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
is wat niet kan sterven of vergaan. ➝ God; Engel; Ziel. Als symbolen voor de onsterfelijkheid gelden: adelaar (overeenkomstig Is. 40.31); voorb. Koptische grafstele uit de 7e eeuw. Verder de vogel ➝ phoenix. Lit.: O. Doering, Christl. Symbole (1933).
Jozef Verschueren (1930)
(on'sterfələk) bn. en bw. 1. niet aan de dood onderworpen : God is -. 2. onvergankelijk : -e eer; -er gedachtenis.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw., 1. niet aan de dood onderworpen: de onsterfelijke goden; 2. (fig.) onvergankelijk: hij heeft zich daarmee een onsterfelijke naam gemaakt; (zegsw.) zich belachelijk maken, in de hoogste mate belachelijk; onsterfelijke dichters als Homeros en Dante, met onvergankelijke roem.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: