Wat is de betekenis van Onsterfelijk?

2025-02-17
Woordenboek Nederlands - Marokkaans Arabisch

Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press

2025-02-17
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-02-17
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

onsterfelijk

onsterfelijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-ster-fe-lijk 1. wie niet dood gaan ♢ Geoffrey denkt dat hij onsterfelijk is 2. wie voor eeuwig beroemd is ♢ door dat boek heeft hij zijn naam o...

2025-02-17
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onsterfelijk

adj., ûnstjerlik.

2025-02-17
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-02-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onsterfelijk

bn. (niet sterfelijk; fig. onvergankelijk): de ziel is onsterfelijk; de onsterfelijke goden; onsterfelijke eer.

2025-02-17
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Onsterfelijk

is wat niet kan sterven of vergaan. ➝ God; Engel; Ziel. Als symbolen voor de onsterfelijkheid gelden: adelaar (overeenkomstig Is. 40.31); voorb. Koptische grafstele uit de 7e eeuw. Verder de vogel ➝ phoenix. Lit.: O. Doering, Christl. Symbole (1933).

2025-02-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onsterfelijk

(on'sterfələk) bn. en bw. 1. niet aan de dood onderworpen : God is -. 2. onvergankelijk : -e eer; -er gedachtenis.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-02-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onsterfelijk

bn. en bw., 1. niet aan de dood onderworpen: de onsterfelijke goden; 2. (fig.) onvergankelijk: hij heeft zich daarmee een onsterfelijke naam gemaakt; (zegsw.) zich belachelijk maken, in de hoogste mate belachelijk; onsterfelijke dichters als Homeros en Dante, met onvergankelijke roem.