Onstandvastig
adj. & adv., wif (fan sin), wifsinnich, ûnstadich, hinne en wer.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), 1. zich niet gelijk blijvend, veranderlijk: onstandvastig weer; — onstandvastig evenwicht, gewoonlijk wankelbaar evenwicht genoemd. 2. veranderlijk van natuur, weifelend: hij is onstandvastig van aard; een onstandvastig mens; hij heeft zich in deze moeilijke omstandigheden onstandvastig' gedragen.
Jozef Verschueren (1930)
(onstant’fastsch) bn. en bw.(-er, -st) 1. veranderlijk : weer; evenwicht. 2. weifelend : van aard.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw. (-er, -st), 1. zichzelf niet gelijk blijvend, veranderlijk: onstandvastig weer; 2. weifelend: een onstandvastig mens.
J.H. van Dale (1898)
bn. bw. (-er, -st), veranderlijk : onstandvastig weer; onstandvastig evenwicht, gewoonlijk wankelbaar evenwicht genoemd, zie aldaar; — veranderlijk van natuur: de vrije volkeren zijn onstandvastig van aard; een onstandvastig mens; — bw. weifelend, niet ferm: hij heeft zich in deze moeilijke omstandigheden onstandvastig gedragen. ONSTAN...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: