Wat is de betekenis van onregelmatig?

onregelmatig - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder orde ♢ Hij deed zeer onregelmatig zijn huiswerk voor school. 2. slordig ♢ De arts had een zeer onregelmatig handschrift. 3. zich niet aan de orde houdend ♢ Onregelmatige...

onregelmatig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-re-gel-ma-tig 1. waar geen regelmaat in is ♢ hij studeerde onregelmatig 1. onregelmatige diensten [die steeds op een andere tijd beginnen]...

onregelmatig - Niet regelmatig of symmetrisch van vorm, maar ongelijkmatig gevormd.

adj. & adv., ûnregelmjittich; (van vorm), wankant(ich), ûnegael, wrynsk.

...

bn. bw. (-er -st), 1. waarin geen regelmaat is resp. zonder vaste regel: zijn studie was zo onregelmatig, dat hij niets tot stand bracht; een onregelmatig kerkganger; de voorkant van het huis was onregelmatig opgetrokken; — (plantk.) een onregelmatige bloemkroon, kelk; — (spraakk ) afwijkend van de reg...

bn., bw. (niet in overeenstemming met een vaste regel; ongeregeld): zijn studie was zeer onregelmatig; een onregelmatig kerkganger; spraakk. afwijkend van de regel: brengen is een onregelmatig werkwoord; het kasteel is aan de achterkant onregelmatig opgetrokken.

(onregəl'ma:təch) bn. en bw. (-er, -st) 1. ongeregeld : studeren. 2. niet volgens een vast plan : het kasteel is opgetrokken. 3. Taalk. van de algemene regel afwijkend, slaan (sloeg, geslagen) is een werkwoord.

bn. en bw. (-er, -st), waarin geen regelmaat is, resp. zonder vaste regel: zijn studie was zo onregelmatig, dat hij niets tot stand bracht; de voorkant van het huis was onregelmatig opgetrokken; (spraakk.) afwijkend van de als patroon geldende vormen: onregelmatige werkwoorden; (plantkunde) een bloem is onregelmatig als zij op geen enkele manier in...