onplezierig
...
Ontdek ons tijdschrift
en lees alles over taal uit Nederland en Vlaanderen*Zolang de voorraad strekt
Wiktionary (2019)
onplezierig - Bijvoeglijk naamwoord 1. een negatief gevoel oproepend ♢ Het was een buitengewoon onplezierig vooruitzicht. Woordherkomst Afgeleid van plezierig met het voorvoegsel on- Synoniemen onaangenaam, onprettig Antoniemen plezierig Verwante begrippen ple...
Muiswerk Educatief (2017)
onplezierig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-ple-zie-rig 1. wat niet prettig is om mee te maken ♢ het is onplezierig weer vandaag 2. vervelend om mee om te gaan ♢ die wethouder is een onple...
Jozef Verschueren (1930)
(onplə'zi:rəch) bn. en bw. 1. niet plezierig, niet lekker : zich wat voelen. 2. niet aangenaam, ongenoeglijk : weer.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw. (-er, -st), 1. onprettig, onaangenaam: het is weer vandaag; onvriendelijk: een onplezierig mens; 2. niet al te wel, lusteloos: hij voelt zich vandaag wat -.
J.H. van Dale (1898)
bn. bw. (-er, -st), ongenoeglijk, onaangenaam : 51 is onplezierig weer vandaag; niet al te wel, lusteloos: hij voelt zich vandaag wat onplezierig.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: