Wat is de betekenis van onpartijdig?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onpartijdig

onpartijdig - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet partijdig , niet bij een bepaalde stelling of kant aansluiten Woordherkomst Afgeleid van partijdig met het voorvoegsel on- Synoniemen neutraal Antoniemen partijdig

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

onpartijdig

onpartijdig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-par-tij-dig 1. wie zich niet door persoonlijke voorkeur of belangen laat leiden ♢ de stukken van deze journalist zijn onpartijdig Bijvoeglijk naamwoord: on-par-tij-dig ...

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onpartijdig

adj., ûnpartidich.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onpartijdig

bn. bw. (-er, -st), onvooringenomen, niet door persoonlijke belangen of genegenheid zich bij zijn oordeel latende leiden: een onpartijdig geschiedschrijver; eigen overtuiging, gegrond op onpartijdig onderzoek; — bw.: onpartijdig oordelen.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onpartijdig

bn., bw. (onbevooroordeeld): een onpartijdig rechter; een onpartijdig onderzoek; gij zult wel onpartijdig oordelen.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onpartijdig

(onpar'tijdəch) bn. en bw. (-er, -st) onbevooroordeeld : een rechter; oordelen. Tgst. bekrompen.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onpartijdig

bn. en bw. (-er, -st), niet vooringenomen, onbevooroordeeld: een onpartijdig geschiedschrijver; eigen overtuiging, gegrond op onpartijdig onderzoek.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)