Wat is de betekenis van Onoverlegd?

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onoverlegd

bn. bw., 1. onoverdacht, onberaden: onoverlegde wensen; onoverlegd te werk gaan. 2. zonder berekening, ongekunsteld: al haar bewegingen waren zo los, zo zorgeloos, zo onoverlegd.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onoverlegd

bn. bw. onoverdacht, onberaden : onoverlegde wensen; onoverlegd te werk gaan: — zonder berekening, ongekunsteld : al haar bewegingen waren zo los, zo zorgeloos, zo onoverlegd.

Gerelateerde zoekopdrachten