Wat is de betekenis van onoplosbaar?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onoplosbaar

onoplosbaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet in oplossing kunnen gaan Er zijn vele zilverzouten die zo slecht oplosbaar zijn dat je kunt zeggen dat ze onoplosbaar zijn. 2. van een probleem of raadsel dat de oplossing niet gevonden is Na vele jaren is van de on...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

onoplosbaar

onoplosbaar - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-op-los-baar 1. wat niet in water opgenomen kan worden ♢ gips is bijna onoplosbaar 2. waar geen oplossing voor gevonden kan worden ♢ deze som is...

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onoplosbaar

bn., niet opgelost kunnende worden: gips is nagenoeg onoplosbaar; — het vraagstuk is onoplosbaar, want er zijn niet genoeg gegevens.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onoplosbaar

bn. (niet op te lossen): gips is onoplosbaar in water; dit vraagstuk is onoplosbaar, er is b.v. een gegeven te min; een onoplosbare vergelijking.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onoplosbaar

(onop'lozba:r) bn. (...bare) en bw. niet op te lossen : gips is nagenoeg in water; een vraagstuk.

2024-04-26
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Onoplosbaar

Onoplosbaar - noemt men een stof, die in een bepaald oplosmiddel practisch niet oplost. Geheel o. is eigenlijk geen enkele stof, maar de hoeveelheid, die oplost, is in vele gevallen zóó klein, dat men ze voor alle voorkomende gevallen mag verwaarloozen. Behalve voor het dagelijksche leven, waar we van de onoplosbaarheid b.v. van ons vaatwerk voor d...

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onoplosbaar

bn., niet opgelost kunnende worden: gips is nagenoeg onoplosbaar; een onoplosbaar vraagstuk.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onoplosbaar

bn. niet kunnende opgelost worden : gips is nagenoeg onoplosbaar; het vraagstuk is onoplosbaar, want er zijn niet genoeg gegevens. ONOPLOSBAARHEID, v.