Wat is de betekenis van onooglijk?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onooglijk

onooglijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet om aan te zien, lelijk Woordherkomst antoniem van ooglijk met het voorvoegsel on-

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

onooglijk

onooglijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-oog-lijk 1. onverzorgd, niet zorgvuldig ♢ ze had zich weer onooglijk aangekleed 2. onplezierig om te zien ♢ ze draagt altijd van die onooglijke kl...

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onooglijk

adj. & adv., ûneachlik, ûnsjoch ûnkreas, ûnhimmel, ûnhebbich, grobb(el)ich, suterich; — worden, forsuterje; eruitzien, gjin each hawwe.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)