onooglijk
onooglijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet om aan te zien, lelijk Woordherkomst antoniem van ooglijk met het voorvoegsel on-
Wiktionary (2019)
onooglijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet om aan te zien, lelijk Woordherkomst antoniem van ooglijk met het voorvoegsel on-
Muiswerk Educatief (2017)
onooglijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-oog-lijk 1. onverzorgd, niet zorgvuldig ♢ ze had zich weer onooglijk aangekleed 2. onplezierig om te zien ♢ ze draagt altijd van die onooglijke kl...
Fa. A.J. Osinga (1952)
adj. & adv., ûneachlik, ûnsjoch ûnkreas, ûnhimmel, ûnhebbich, grobb(el)ich, suterich; — worden, forsuterje; er — uitzien, gjin each hawwe.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: