Wat is de betekenis van Onomkoopbaar?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onomkoopbaar

onomkoopbaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. De stijve saaie ambtenaar was volkomen onomkoopbaar ook niet door zijn eigen burgemeester. Woordherkomst afleiding van omkoopbaar met het voorvoegsel on- Antoniemen omkoopbaar

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onomkoopbaar

bn., niet om te kopen: onomkoopbare rechters; — (fig.) onverbiddelijk: de plicht is onomkoopbaar, van geen schikking wil zij weten.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onomkoopbaar

(onom'ko:bəa;r) bn. (...bare) en bn. 1. niet om te kopen : een rechter. 2. onverbiddelijk: die plicht is -.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onomkoopbaar

bn. niet om te kopen; onomkoopbare rechters; onverbiddelijk : de plicht is onomkoopbaar: van geen schikking wil zij weten. ONOMKOOPBAARHEID, v.

2024-04-25
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Onomkoopbaar

Onomkoopbaar, bn. en bijw. (-der, -st), niet om te koopen. *-HEID, v. gmv. *...OMSCHANST, bn. niet van schansen voorzien. *...OMSCHREVEN, bn. zonder omschrijving. *...OMSTOOTELIJK, bn. en bijw. (-er, -st), niet omgestooten kunnende worden; (fig.) eene -e (ontegenzeggelijke, onwedersprekelijke) waarheid; eene -e (onloochenbare) getuigenis. *...O...