onmacht
onmacht - Zelfstandignaamwoord 1. het niet kunnen doen wat je graag wilt of nodig hebt ♢ Zij schreeuwde uit woede en onmacht. Woordherkomst antoniem van macht met het voorvoegsel on- Antoniemen macht
Wiktionary (2019)
onmacht - Zelfstandignaamwoord 1. het niet kunnen doen wat je graag wilt of nodig hebt ♢ Zij schreeuwde uit woede en onmacht. Woordherkomst antoniem van macht met het voorvoegsel on- Antoniemen macht
Muiswerk Educatief (2017)
onmacht - zelfstandig naamwoord uitspraak: on-macht 1. het niet in staat zijn om iets te doen ♢ hij moest zijn onmacht bekennen 1. in onmacht vallen [flauwvallen] Zelfstandig naamwoo...
Marga Schiet (2003)
Van onmacht word je niet agressief. Gevoelens van onmacht spelen vaak een grote rol bij agressie. Als je het gevoel hebt dat je niets kunt doen aan de dingen die je niet lukken, geeft dat een gevoel van onmacht dat gemakkelijk kan leiden tot boosheid en agressief gedrag. Als een klein kind iets tegenzit en je schiet hem te hulp, dan leer je hem da...
Hans Heestermans (1977)
onmacht - impotentie (van een man). D’ onmagt van haar Man, De Openhertige Juffrouw i, 54 [± 1769].
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
Van Dale Uitgevers (1950)
v., 1. onvermogen, machteloosheid: al de pogingen, die hij aanwendde, toonden slechts zijn onmacht aan; zijn onmacht moeten bekennen; — (bij de man) onvermogen om de bijslaap te volbrengen. 2. bewusteloosheid, flauwte: in onmacht vallen; in onmacht liggen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: