Wat is de betekenis van Onlekker?

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onlekker

bn., niet lekker, onbehaaglijk, niet geheel wel: zich onlekker gevoelen.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onlekker

bn. (zich niet al te wel gevoelende): ’t kind voelt zich onlekker; zie l e k k e r.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onlekker

(on'lekkər) bn. en bw. niet al te wel, onbehaaglijk : zich gevoelen.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onlekker

bn. zich onbehaaglijk, niet al te wel gevoelen : ik ben al enige dagen onlekker; zich onlekker voelen.

Gerelateerde zoekopdrachten