onherbergzaam
onherbergzaam - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-her-berg-zaam 1. woest en onvruchtbaar ♢ ze woonden in een hut in een onherbergzaam gebied Bijvoeglijk naamwoord: on-her-berg-zaam de/het onherbergzame ... ...
Wat is de betekenis van onherbergzaam?
Groot woordenboek der Nederlandse taal
Van Dale Uitgevers (1950)
Onherbergzaam
bn. bw. (...zamer, -st), ongastvrij; geen goed onderkomen verschaffende: ’t onherbergzaam dak van d’ongastvrije koning; een onherbergzaam oord, woest, onvruchtbaar.
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal
M. J. Koenen's (1937)
onherbergzaam
bn.; onherbergzamer, onherbergzaamst (ongastvrij; geen goed onderkomen of verblijf verschaffende; woest, verlaten): een onherbergzaam eiland, een onherbergzaam strand.
Modern Woordenboek
Jozef Verschueren (1930)
onherbergzaam
(onher'berchsa:m) bn. en bw. (...zamer, -st) 1. ongastvrij, geen goed onderkomen verschaffend : een dak. 2. woest, onvruchtbaar : een ...zame streek.
Oosthoek Encyclopedie
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
onherbergzaam
bn. en bw. (-zamer, -st), ongastvrij; geen goed onderkomen verschaffend: een oord, woest, onvruchtbaar.
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
J.H. van Dale (1898)
Onherbergzaam
bn. bw. (...zamer, -st), ongastvrij; geen goed onderkomen verschaffende : ’t onherbergzaam dak van d’ ongastvrije koning; een onherbergzaam oord, een woeste, onvruchtbare .streek. ONHERBERGZAAMHEID, v.
Gerelateerde zoekopdrachten