onheilspellend
onheilspellend - Bijvoeglijk naamwoord 1. wat gevaarlijke, onplezierige dingen voorspelt ♢ De onheilspellende onweerswolken trokken samen boven Pinkpop. Woordherkomst samenstelling van onheil en spellend
Wiktionary (2019)
onheilspellend - Bijvoeglijk naamwoord 1. wat gevaarlijke, onplezierige dingen voorspelt ♢ De onheilspellende onweerswolken trokken samen boven Pinkpop. Woordherkomst samenstelling van onheil en spellend
Muiswerk Educatief (2017)
onheilspellend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-heil-spel-lend 1. wat vervelende, onplezierige dingen aankondigt ♢ hij wierp mij een onheilspellende blik toe Bijvoeglijk naamwoord: on-heil-spel-lend ... is onhei...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), als ’t ware onheil aanzeggende: een onheilspellend voorgevoel; een onheilspellend begin; onheilspellend was de blik, die hij op hem wierp.
M. J. Koenen's (1937)
bn. (onheil of ramp als het ware voorspellend): een onheilspellend teken, een onheilspellend antwoord; zijn blik was onheilspellend.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw. (-er, -st), als het ware onheil aanzeggend: een voorgevoel; de lucht was donker.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: