Wat is de betekenis van onheilspellend?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onheilspellend

onheilspellend - Bijvoeglijk naamwoord 1. wat gevaarlijke, onplezierige dingen voorspelt De onheilspellende onweerswolken trokken samen boven Pinkpop. Woordherkomst samenstelling van onheil en spellend

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

onheilspellend

onheilspellend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-heil-spel-lend 1. wat vervelende, onplezierige dingen aankondigt ♢ hij wierp mij een onheilspellende blik toe Bijvoeglijk naamwoord: on-heil-spel-lend ... is onhei...

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

onheilspellend

dreigend.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onheilspellend

bn. bw. (-er, -st), als ’t ware onheil aanzeggende: een onheilspellend voorgevoel; een onheilspellend begin; onheilspellend was de blik, die hij op hem wierp.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onheilspellend

bn. (onheil of ramp als het ware voorspellend): een onheilspellend teken, een onheilspellend antwoord; zijn blik was onheilspellend.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onheilspellend

(onheil'spellənt) bn. (-er, -st) onheil voorspellend : een voorgevoel.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onheilspellend

bn. en bw. (-er, -st), als het ware onheil aanzeggend: een voorgevoel; de lucht was donker.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)