ongestoord
...
Ontdek ons tijdschrift
en lees alles over taal uit Nederland en Vlaanderen*Zolang de voorraad strekt
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., niet door iets (onaangenaams) afgebroken, ononderbroken: een schier ongestoorde eensgezindheid: zij smaakten een ongestoord geluk; ongestoord en onbemerkt; — (bw.) zonder stoornis: ongestoord studeren kunnen.
Wiktionary (2019)
ongestoord - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet onderbroken (door iets vervelends) dus lekker rustig ♢ Hij kon ongestoord werken en maakte dus geen fouten. Woordherkomst antoniem van gestoord met het voorvoegsel on-
Muiswerk Educatief (2017)
ongestoord - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-ge-stoord 1. niet onderbroken door iets vervelends ♢ we hebben ongestoord kunnen eten vanavond 2. zonder storing ♢ we ontvingen op onze radio een...
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (niet door iets [onaangenaams] afgebroken): een ongestoorde rust; ongestoord studeren, zonder stoornis.
Jozef Verschueren (1930)
(ongə'sto:rt) bn. en bw. 1. door niets onaangenaams afgebroken : een geluk. 2. zonder stoornis : studeren.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn., niet door iets (onaangenaams) afgebroken, onderbroken: zij smaakten een ongestoord geluk; zonder storing: een ongestoorde ontvangst.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: