Wat is de betekenis van ongerief?

2024-04-20
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ongerief

ongerief - Zelfstandignaamwoord 1. hinder, ongemak In het boek 'Het taaie ongerief' heeft Theo Thijssen (1879 - 1943) de kledingellende in de crisistijd beeldend beschreven Woordherkomst antoniem van gerief (stam van het werkwoord gerieven) met het voorvoegsel on- Antoniemen...

2024-04-20
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

ongerief

ongemak, las.

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ongerief

s.n., ûngeriif (it).

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ongerief

o., hinder, last, ongemak: zonder meid te zitten is een groot ongerief; vergoeding beloven voor schade en ongerief; ergens ongerief van hebben; het taaie ongerief, zie bij Taai.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ongerief

o. (hinder, last): ergens ongerief van hebben, ongemak; ongerief veroorzaken.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ongerief

('on) o. hinder, last, ongemak : ergens van hebben.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ongerief

o., hinder, last, ongemak: zonder personeel te zitten is een groot ongerief.