Wat is de betekenis van Ongerept?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ongerept

ongerept - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet zichtbaar door menselijk toedoen veranderd In Brazilië is nog veel ongerept oerwoud, ook al wordt er dagelijks veel van gekapt. Woordherkomst Afgeleid van gerept met het voorvoegsel on- Synoniemen onaangetast, onaangeroerd

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ongerept

ongerept - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-ge-rept 1. door niemand aangeraakt of veranderd ♢ 's morgens vroeg is de sneeuw nog ongerept 2. nergens door aangetast ♢ zijn naam is ongerept...

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ongerept

adj.; in -e toestand, yn (syn hiele) hear en fear.

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ongerept

bn., 1. onaangeraakt, onaangeroerd, nog in zijn oorspr. volkomen staat verkerend: de ongerepte sneeuw, waarin nog niemand gelopen heeft; ongerepte wouden, nog nooit betreden; — een ongerepte maagd. 2. (flg.) ongeschonden: iem. van ongerepte naam; een eed die ongerept en heilig werd bewaard.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ongerept

bn. (onaangeraakt; ongeschonden): de taart is ongerept gelaten; fig. een ongerepte naam, zonder smet; een eed heilig en ongerept bewaren; in die ongerepte wouden, nooit betreden.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ongerept

(ongə'rept) bn. en bw. 1. onaangeraakt, onaangetast : de bloemen zijn gelaten. 2. zonder smet: een -e faam. 3. ongeschonden : een eed bewaren. 4. eerbaar : een -e maagd. 5. nooit betreden : -e wouden.

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ongerept

bn., 1. onaangeraakt, onaangeroerd, nog in zijn oorspronkelijke (volkomen) staat verkerend: de ongerepte natuur; ongerepte sneeuw; waarin nog niemand gelopen heeft; 2. (fig.) ongeschonden: iemand van ongerepte naam.

2024-04-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ongerept

Ongerept bn. onaangeraakt, onaangetast, ongedeerd : de ongerepte sneeuw, waarin nog niemand geloopen heeft; de ongerepte wouden van ZuidAmerika, nog nooit betreden; — van vrouwen, in maagdelijken staat: eene maagd, welke hij ongerept en ongedeerd terug heeft gebracht; — ongeschonden : iem. van ongerepten naam; een eed die ongerept en h...