ongenoegen
...
Wiktionary (2019)
ongenoegen - Zelfstandignaamwoord 1. ontevredenheid ♢ Ondanks alle rijkdom is er toch nog een hoop ongenoegen in de samenleving. 2. ruzie, onenigheid, boosheid ♢ Er was altijd ongenoegen tussen de kinderen die het nooit mel elkaar eens waren. W...
Muiswerk Educatief (2017)
ongenoegen - zelfstandig naamwoord uitspraak: on-ge-noe-gen 1. toestand van kwaad zijn op elkaar ♢ zij leven in ongenoegen met elkaar 1. zich iemands ongenoegen op de hals halen [zijn afkeuring]...
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-s), 1. misnoegen, ontevredenheid: zich iemands ongenoegen op de hals halen. 2. onenigheid: zij hebben ongenoegen gekregen met iem. in ongenoegen leven.
M. J. Koenen's (1937)
o. (misnoegen, ontevredenheid): zich iems. ongenoegen op de hals halen; met iem. ongenoegen krijgen, hebben, onenigheid.
Jozef Verschueren (1930)
('on) o. (-s) 1. verdriet, doch minder sterk: zijn uiten. 2. ontevredenheid gepaard met wrevel: zich iemands op de hals halen. Syn. ➝ misnoegen. 3. onenigheid : met iemand krijgen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (-s), 1. misnoegen, ontevredenheid: zich iemands op de hals halen; 2. onenigheid: zij hebben ongenoegen gekregen; met iemand in ongenoegen leven.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: