Wat is de betekenis van ongemakkelijk?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ongemakkelijk

ongemakkelijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. moeilijk, waar veel inspanning en moeite voor nodig is Woordherkomst Afgeleid van gemakkelijk met het voorvoegsel on- Synoniemen moeilijk lastig Antoniemen gemakkelijk simpel

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ongemakkelijk

ongemakkelijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-ge-mak-ke-lijk 1. onhandelbaar en lastig ♢ Harry heeft een ongemakkelijk karakter 2. wat onplezierig voelt ♢ ik zat de hele avond op een ongem...

2024-03-29
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

ongemakkelijk

niet op je gemak, geïrriteerd Alain was nauwelijks een paar jaar ouder dan zijn beschermeling. Aanvankelijk bejegende hij Philippe met zoveel egards dat die er ongemakkelijk van werd. (Walter Van den Broeck, Het leven na beklag) Is dit nu een voorbeeld van gekleurde berichtgeving of is dit gewoon een realistisch bericht? Vind...

2024-03-29
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

ongemakkelijk

(bn. en bw.) in België ook: onpasselijk, misselijk.

2024-03-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

ongemakkelijk

Van pers. (en dieren): onpasselijk, misselijk, duizelig; ongesteld. Op een morgen, toen hij zich stond te scheren, is hij ongemakkelijk geworden, gaf bloed over, Vrouw en Wereld dec. 1976, p. 7.

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ongemakkelijk

adj., ûngemaklik, ûnnofiik, ûngeryflik, lêstich.

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ongemakkelijk

bn. bw. (-er, -st), 1. last gevende: een ongemakkelijke houding; — een ongemakkelijke stoel, waarin men niet gemakkelijk zit; — bw.: ik zit ongemakkelijk, niet met gemak. 2. moeite opleverende, lastig, moeilijk: hij heeft een kregelig en ongemakkelijk humeur; (van pers.) lastig in de omgang, nukkig: een ontevreden, knorrig...

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ongemakkelijk

bn., bw. (1 last veroorzakende; moeielijk; 2 erg, geducht; 3 Z.-N. ongesteld): 1 een ongemakkelijke houding, een ongemakkelijk humeur, lastig; een ongemakkelijke jongen; 2 iem. een ongemakkelijk standje geven; ongemakkelijk er van langs krijgen; 3 Z.-N. ongemakkelijk worden.