ongeacht - Voorzetsel 1. los van ♢ Iedereen kan ongeacht achtergrond of afkomst een bijdrage tot WikWoordenboek leveren. ongeacht - Bijvoeglijk naamwoord Woordherkomst antoniem van geacht met het voorvoegsel on- Antoniemen geacht

ongeacht - voorzetsel uitspraak: on-ge-acht 1. zonder daarop te letten ♢ iedereen mag meedoen, ongeacht zijn leeftijd Voorzetsel: on-ge-acht

Dit woord werd in de jaren ’40 als een germanisme (D. ‘ungeachtet’) voor ‘ondanks, niettegenstaande’ afgekeurd. Nu wordt het door iedereen als correct Nederlands beschouwd.

praep., nettsjinsteande.

I, bn. (-er, -st), niet in aanzien: hij leeft daar onbekend en ongeacht. II. vz., niettegenstaande: ongeacht de beledigingen die men haar aandeed.

1 bn. (niet geacht, niet in aanzien): een degelijk man is in een gezelschap niet ongeacht; 2 vz. (niettegenstaande, ondanks): kalm ongeacht de beledigingen; in bet. 2 germ.

Het begrip ongeacht heeft 2 verschillende betekenissen: 1. ongeacht - Ongeacht bn. (-er, -st), niet in aanzien: hij leeft daar onbekend en ongeacht. 2. ongeacht - Ongeacht vz. niettegenstaande: ongeacht de beleedigingen die men haar aandeed; — vw. ongeacht ons kerkgezang dikwijls meer gehuil dan gezang is.