Wat is de betekenis van ondernemend?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ondernemend

ondernemend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanondernemen

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ondernemend

ondernemend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-der-ne-mend 1. wie altijd ergens druk mee is ♢ Rens verveelt zich nooit, hij is erg ondernemend Bijvoeglijk naamwoord: on-der-ne-mend de/het ondernemende ... ...

2024-04-20
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

ondernemend

waaghalsig; moedig.

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ondernemend

adj., ûndernimmend, aventûrlik.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ondernemend

bn. (-er, -st), iets, bep. iets groots of moeilijks, durvende ondernemen, niet bevreesd om moeilijke of gevaarlijke zaken op zich te nemen, stoutmoedig : liefde, zegt men, maakt stout, ondernemend; de Watergeuzen waren van ieder gevreesd, ondernemend, stoutmoedig.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ondernemend

bn. (niet bevreesd iets te ondernemen inz. iets gevaarlijks of moeielijks; durvend, moedig): een ondernemend man, een ondernemende firma.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ondernemend

bn. iets durvend te ondernemen : een handelsman; een -e vereniging.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ondernemend

bn. (-er, -st), iets, m.n. iets groots of moeilijks, durvende ondernemen, niet bevreesd om moeilijke of gevaarlijke zaken op zich te nemen, moedig.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ondernemend

bn. (*er, -st), (van pers.) iets durvende ondernemen, niet bevreesd om moeilijke of gevaarlijke zaken op zich te nemen, stoutmoedig in het handelen : liefde, zegt men, maakt stout, ondernemend; David kwam niet tot den troon als een ondernemend gelukzoeker; de Watergeuzen waren van ieder gevreesd, ondernemend, stoutmoedig.