Wat is de betekenis van ondergeschikt?

Het woord "ondergeschikt" is een bijvoeglijk naamwoord dat wordt gebruikt om een lagere positie, rangorde of hiërarchie aan te duiden. Het verwijst naar iets of iemand die een mindere rol of status heeft in vergelijking met iets of iemand anders. Bijvoorbeeld: - "De assistent heeft een ondergeschikte rol ten opzichte van de m...

ondergeschikt - Bijvoeglijk naamwoord 1. van minder belang, bijkomstig, bijkomend ♢ Dat heeft slechts een ondergeschikte betekenis. 2. aan iemand onderworpen, van hem afhankelijk, van een lagere rang Woordherkomst gerelateerd aan onderschikken Synoniemen [2] onderdanig, subal...

ondergeschikt - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-der-ge-schikt 1. van weinig betekenis ♢ zijn rol was van ondergeschikt belang 2. een zin die onderdeel uitmaakt van een andere zin ♢ een bijzi...

adj., ûnderhearrich; aan iem. — zijn, ûnder immen stean.

...

bn. (-er, -st), 1. aan iem. onderworpen, van hem afhankelijk: hij is ondergeschikt aan de administrateur; iets ondergeschikt maken aan iets anders, het als van minder belang daarvoor doen wijken, laten onderdoen; 2. lager, betrekkelijk laag in rang: ondergeschikte officieren; ondergeschikte bedienden; een ondergeschi...

I. bn. (1 van iem. afhankelijk; 2 lager in rang; 3 van mindere betekenis; van weinig belang): 1. de leenheren waren den koning ondergeschikt; 2. in ondergeschikte betrekking, niet zelfstandig; ondergeschikte arbeid, nl. onder de bevelen van een ander; 3. een ondergeschikte rol spelen, vervullen; dat is van zeer ondergeschikt belang; II. ondergesch...

(ondərgə'schikt) bn. (-er, -st) 1. onderworpen, afhankelijk: aan zijn meerderen -; een -e betrekking, plaats, post, werkkring 2. van minder belang: een -e rol spelen, vervullen; iets aan iets anders maken, doen zijn, het als van minder belang voor iets anders doen wijken 3. gering, minder: iets van belang.

bn. (-er, -st), 1. aan iemand onderworpen, van hem afhankelijk: leenheren waren de koning -; iets maken aan iets anders, het als van minder belang daarvoor doen wijken, laten onderdoen; 2. lager, betrekkelijk laag in rang: ondergeschikte officieren; een ondergeschikte betrekking (post, werkkring enz.); 3. van betrekkelijk mindere of van weinig be...