Wat is de betekenis van onderdanig?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onderdanig

onderdanig - Bijvoeglijk naamwoord 1. gehoorzaam aan een leider De onderdanige leerling hield snel zijn mond toen de meester het vroeg. Woordherkomst Afgeleid van onderdaan met het achtervoegsel -ig.

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

onderdanig

onderdanig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-der-da-nig 1. wie zich gedraagt als iemand die moet gehoorzamen ♢ doe niet zo onderdanig; wat wil je zelf? Bijvoeglijk naamwoord: on-der-da-nig ... is onderdaniger dan...

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

onderdanig

gehoorsaam.

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onderdanig

adj. & adv., ûnderdienich, noatich; — maken, lytsman meitsje; zijn, lytsman wêze; iem.zijn, immen nei de eagen sjen.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onderdanig

bn. bw. (-er, -st), 1. zich aan iem. ondergeschikt betonende, bereidwillig om hem te gehoorzamen: iem. onderdanig zijn; bw.: iem. onderdanig gehoorzaam zijn; uw onderdanige dienaar, inz. als beleefdheidsformule, dienstwillig; ook als scherts. aanduiding van de spreker zelf; 2. abst.: onderworpen, nederig, gedwee: ik zal onderdanig...

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onderdanig

bn., bw. (zich aan iem. ondergeschikt, gehoorzaam betonende; ondergeschikt, onderworpen): onderdanig zijn aan zijn meerderen, de wet; uw onderdanige dienaar (beleefdheidsformule); iemand onderdanig groeten, op nederige wijze.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onderdanig

(ondər'da:nəch) bn. en bw. (-er, -st) 1. ondergeschikt, onderworpen: zijn ouders, meesters -; zijn aan iemands bevelen; uw -e dienaar, beleefdheidsformule aan het slot van een brief 2. nederig: iemand groeten

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onderdanig

bn. en bw. (-er, -st), 1. zich aan iemand ondergeschikt betonend, bereidwillig om hem te gehoorzamen: iemand zijn; uw onderdanige dienaar, beleefdheidsformule, dienstwillig; ook als schertsende aanduiding van de spreker zelf; 2. (abstr.) onderworpen, nederig, gedwee: een onderdanige brief.