Wat is de betekenis van onbetwist?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onbetwist

onbetwist - Bijvoeglijk naamwoord 1. onomstreden Woordherkomst Afgeleid van betwist met het voorvoegsel on- Antoniemen betwist

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

onbetwist

onbetwist - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-be-twist 1. waar iedereen het over eens is ♢ hij is onbetwist de beste zanger van het land Bijvoeglijk naamwoord: on-be-twist de/het onbetwiste ... Synonieme...

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onbetwist

bn. bw., niet betwist, niet bestreden, algemeen erkend, uitgemaakt: een on'betwiste stelling; een on'betwiste waarheid; iem van on'betwiste verdienste; door iedereen erkend als wettig aan iemand toekomende: geen Frankisch koning had een on'betwist gebied gevoerd over een zo groot getal landen als Karel de Grote.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onbetwist

bn., bw. (1 algemeen erkend, ook: erkend als waar en juist; onbestreden; 2 wettig): 1. zijn onbetwiste verdiensten, een onbetwist dogma; 2. dat is zijn onbetwist eigendom; men huldigde hem onbetwist als koning.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onbetwist

(onbə’twist) bn. en bw. 1. algemeen erkend, uitgemaakt: een -e stelling, waarheid; iemand van -e verdienste ; als de eerste gevierd 2. erkend als wettig toekomend: dit is zijn eigendom.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onbetwist

(het accent wisselt), bn. en bw., niet betwist, niet bestreden, algemeen erkend, uitgemaakt; een on'betwiste waarheid; door iedereen erkend als wettig aan iemand toekomend: dat is zijn eigendom.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onbetwist

bn. bw. niet betwist, niet bestreden, algemeen erkend, uitgemaakt: eene onbetwiste stelling; eene onbetwiste waarheid; iem. van onbetwiste verdienste; — door iedereen erkend als wettig aan iemand toekomende: geen Frankisch koning had een onbetwist gebied gevoerd over een zoo groot getal landen als Karei de Groote; — bw. van omstandighe...