Wat is de betekenis van onbetamelijk?

2024-04-19
AI woordenboek

ChatGPT (2023)

onbetamelijk

Onbetamelijk wordt gebruikt om gedrag, taalgebruik of situaties te beschrijven die als grof, respectloos, onfatsoenlijk of aanstootgevend worden beschouwd. Het verwijst naar iets dat sociaal of moreel ongepast is.

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onbetamelijk

onbetamelijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. dat iets niet netjes is Dat was een onbetamelijke opmerking die die onbeschofte jongen maakte tegen zijn leraar. Woordherkomst afgeleid van betamelijk met het voorvoegsel on- Synoniemen ongepast, aantstotelijk, onfatsoenlijk, onbeleef...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onbetamelijk

adj. & adv., ûnbihoarlik, ûnhearich, ûnfoech, ûnfoechsum; het is —, it hat gjin foech, it jowt gjin pas.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onbetamelijk

bn. bw. (-er, -st), niet betamelijk, niet gepast, onbehoorlijk, onvoegzaam: een onbetamelijke, een schandelijke daad; onbetamelijke grappen; welk een onbetamelijke kleding; (bw.) onbetamelijk leven; zich onbetamelijk uitdrukken; — als bw. van graad: hij vraagt onbetamelijk veel voor dat paard.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onbetamelijk

bn., bw. (ongepast, onvoegzaam): een onbetamelijk woord, onbetamelijke spotternij; zich onbetamelijk uitdrukken.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onbetamelijk

(onbə'ta:mələk) bn. en bw. (-er, -st) ongepast, onvoegzaam: een gedrag; iemand ontvangen.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onbetamelijk

bn. en bw. (-er, -st), niet betamelijk, niet gepast, onbehoorlijk: een onbetamelijke daad; onbetamelijke grappen; bw., zich uitdrukken; als bw. van graad, hij vraagt — veel voor die auto.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onbetamelijk

bn. bw. (-er, -st), (van gedragingen en handelingen) niet betamelijk, niet gepast, onbehoorlijk, onvoegzaam, strijdende met de wetten der betamelijkheid : eene onbetamelijke, eene schandelijke daad; hij heeft zich in zijn studententijd menige onbetamelijke grap veroorloofd; welk eene onbetamelijke kleeding; — bw. van wijze, op onbetamelijke w...