Wat is de betekenis van Onbeschoftheid?

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onbeschoftheid

s., ûnbiskoftens, ûnbiskoftigens, bottens, rouwens.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onbeschoftheid

v., 1. hoogste graad van onbeleefdheid, grofheid, beledigende brutaliteit; 2. (...heden), onbeschofte bejegening in daden of woorden: iem. een onbeschoftheid zeggen.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onbeschoftheid

v. onbeschoftheden (brutaliteit).

Wil je toegang tot alle 4 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onbeschoftheid

v., 1. hoogste graad van onbeleefdheid, grofheid, beledigende brutaliteit; 2. (-heden), onbeschofte bejegening in daden of woorden.