onbeschoft
onbeschoft - Bijvoeglijk naamwoord 1. op grove wijze de regels van hoffelijkheid en respect schendend ♢ Die onbeschofte rekel komt er niet meer in. Woordherkomst Afgeleid van beschoft met het voorvoegsel on-
Nederlandstalige WikiWoordenboek
onbeschoft - Bijvoeglijk naamwoord 1. op grove wijze de regels van hoffelijkheid en respect schendend ♢ Die onbeschofte rekel komt er niet meer in. Woordherkomst Afgeleid van beschoft met het voorvoegsel on-
Nederlands woordenboek voor onderwijs
onbeschoft - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-be-schoft 1. ruw en onbeschaafd ♢ het is onbeschoft om daar zo binnen te stormen Bijvoeglijk naamwoord: on-be-schoft ... is onbeschofter dan ... ...
Alles over bitcoin, cryptovaluta en de blockchain
Geschreven door Dr. E. Schröder, 1980
De woorden onbeschaafd: waar de schaaf niet overgegaan is en onbehouwen: steen die nog niet behakt is, zijn duidelijker dan onbeschoft dat niet is gevormd van het zelfstandig naamwoord schoft: schouder. Dit woord schoft komt namelijk ook voor in de betekenis: schurk en men neemt aan dat dit en andere woorden met schzoals schavuit en schoelje de bet...
Nederlandse encyclopedie
bn. en bw. (-er, -st), lomp, grof, ruw in manieren, ongemanierd, brutaal: zijn onbeschofte woorden hebben mij boos gemaakt; onbeschofte taal.
Friesch woordenboek
adj. & adv., ûnbiskoft(ich) bot, rou; — persoon, buffel, grobbert.
Nederlands woordenboek (7e druk - 1950)
bn. bw. (-er, -st), lomp, grof, ruw in manieren, ongemanierd, brutaal: een onbeschofte vreemdeling; zijn onbeschofte woorden hebben mij boos gemaakt; onbeschofte taal; — zij lacht u onbeschoft uit.
M. J. Koenen's Verklarend handwoordenboek
bn., bw. (lomp, grof, ruw in manieren; grof-brutaal, beledigend).
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
bn. bw. (-er, -st), lomp, grof, ruw in manieren en gedragingen, ongemanierd, brutaal, beleedigend: een onbeschofte vreemdeling; zijne onbeschofte woorden hebben mij boos gemaakt; -onbeschofte taal; — bw. van wijze, op eene onbeschofte wijze: zij lacht u onbeschoft uit. ONBESCHOFTHEID, v. hoogste graad van onbeleefdheid, grofheid, beleedigende...
Handwoordenboek van Nederlansche Synoniemen 1898
zie Lomp.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.