Onberaden
adj. & adv., ûnbiret, -biriedich, -bitocht(sum), gysten.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), onbezonnen, onbedacht, onvoorzichtig: een onberaden ding van zeventien jaren; gij geeft u onberaden over aan uw driften; een onberaden huwelijk; — onberaden handelen.
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (onbezonnen, onbedacht): als een onberaden knaap; een onberaden huwelijk; in onberaden drift; onberaden handelen.
Jozef Verschueren (1930)
(onbə'ra:dən) bn.en bw. (-er,-st) te weinig doordacht: een stap; optreden. Syn. → onbedacht.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: