Wat is de betekenis van onbehaard?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onbehaard

onbehaard - Bijvoeglijk naamwoord 1. van delen van het lichaam dat er geen haar op zit, dat het niet met haar bedekt is Petrus trouwde ook aan het Parijse hof, al kunnen we niet uitsluiten dat het huwelijk met de mooie, ‘normale’ Catherine door derden voor hen gearrangeerd was. Het echtpaar kreeg in totaal...

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onbehaard

bn., niet behaard, niet met haar bedekt: de onbehaarde delen van het lichaam.

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onbehaard

bn. niet behaard, niet met haar bedekt: de onbehaarde deelen van het lichaam.