onafzienbaar
onafzienbaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. heel veel ♢ Het duurt nog een onafzienbare tijd todat hij zijn examen haalt. Woordherkomst Afgeleid van afzienbaar met het voorvoegsel on-
Wiktionary (2019)
onafzienbaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. heel veel ♢ Het duurt nog een onafzienbare tijd todat hij zijn examen haalt. Woordherkomst Afgeleid van afzienbaar met het voorvoegsel on-
Muiswerk Educatief (2017)
onafzienbaar - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-af-zien-baar 1. zó groot dat je het niet kunt overzien ♢ we reden over een onafzienbare vlakte Bijvoeglijk naamwoord: on-af-zien-baar ... is onafzienbaarder dan ......
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw., te uitgebreid om in zijn geheel te worden overzien: een onafzienbare volksmenigte; onafzienbare weiden, waarop vette runderen graasden; (fig.) een bron van onafzienbare ellende; onafzienbaar lang (groot, breed, wijd enz.).
M. J. Koenen's (1937)
(te uitgebreid om in zijn geheel te worden overzien), 1. bn.: een onafzienbare vlakte; een onafzienbare reeks; 2 bw.: onafzienbaar lang, breed.
Jozef Verschueren (1930)
(onaf'si:nba:r) 1. bn. (...bare) en bw. niet kunnende overzien worden, zeer groot: een ...bare menigte. 2. bw. zeer: lang.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw., te uitgebreid om in zijn geheel te worden overzien: een onafzienbare volksmenigte; onafzienbare vlakten; (fig.) een bron van onafzienbare ellende.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: