Wat is de betekenis van onafzienbaar?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onafzienbaar

onafzienbaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. heel veel Het duurt nog een onafzienbare tijd todat hij zijn examen haalt. Woordherkomst Afgeleid van afzienbaar met het voorvoegsel on-

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

onafzienbaar

onafzienbaar - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-af-zien-baar 1. zó groot dat je het niet kunt overzien ♢ we reden over een onafzienbare vlakte Bijvoeglijk naamwoord: on-af-zien-baar ... is onafzienbaarder dan ......

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onafzienbaar

adj., ûnúteagber.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onafzienbaar

bn. bw., te uitgebreid om in zijn geheel te worden overzien: een onafzienbare volksmenigte; onafzienbare weiden, waarop vette runderen graasden; (fig.) een bron van onafzienbare ellende; onafzienbaar lang (groot, breed, wijd enz.).

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onafzienbaar

(te uitgebreid om in zijn geheel te worden overzien), 1. bn.: een onafzienbare vlakte; een onafzienbare reeks; 2 bw.: onafzienbaar lang, breed.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onafzienbaar

(onaf'si:nba:r) 1. bn. (...bare) en bw. niet kunnende overzien worden, zeer groot: een ...bare menigte. 2. bw. zeer: lang.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onafzienbaar

bn. en bw., te uitgebreid om in zijn geheel te worden overzien: een onafzienbare volksmenigte; onafzienbare vlakten; (fig.) een bron van onafzienbare ellende.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)