onafzetbaar
onafzetbaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet afgezet kunnen worden ♢ De president die voor het leven benoemd is, was onafzetbaar.
Wiktionary (2019)
onafzetbaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet afgezet kunnen worden ♢ De president die voor het leven benoemd is, was onafzetbaar.
Muiswerk Educatief (2017)
onafzetbaar - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-af-zet-baar 1. wie niet afgezet kan worden ♢ rechters worden voor hun leven benoemd en zijn onafzetbaar Bijvoeglijk naamwoord: on-af-zet-baar de/het onafzetbare ......
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., niet afgezet kunnende worden uit een ambt, een bediening enz.; voor zijn leven aangesteld, onder voorwaarde van niet te kunnen worden afgezet of ontslagen dan in de gevallen en op de wijze bij de wet bepaald: de rechters worden voor hun leven benoemd en zijn onafzetbaar.
J.H. van Dale (1898)
bn. niet afgezet kunnende worden, t. w. uit een ambt, eene bediening enz.; voor zijn leven aangesteld, onder voorwaarde van niet te kunnen worden afgezet of ontslagen dan alleen door rechterlijke uitspraak, in de gevallen bij de wet bepaald : een rechter behoort onafzetbaar te zijn; zij worden voor hun leven benoemd en zijn onafzetbaar. ONAFZETBAAR...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: