onaangeroerd
onaangeroerd - Bijvoeglijk naamwoord 1. ongebruikt en daarom nog helemaal gaaf en intact ♢ De zitruimtes voorin in de woning zijn onaangeroerd gebleven, en dat mocht ook. Hilde: ‘Wij zitten er graag, en wat goed is moet je niet veranderen.’ ♢ Kinderdagverblijven sm...