Wat is de betekenis van onaandoenlijk?

2024-04-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onaandoenlijk

onaandoenlijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder veel getoonde emoties Hoezo, onaandoenlijke sfinx? Hoezo, onderkoelde adelaar uit de zwarte aarde van Orjol, zo'n kleine vierhonderd kilometer ten zuiden van Moskou? Denis Menchov werd plots mens en sympathiek toen hij zich definitief eindwinnaar mocht...

2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onaandoenlijk

bn. bw. (-er, -st), 1. niet licht vatbaar voor gemoedsaandoeningen, ongevoelig: een koud. en onaandoenlijk gemoed; 2. (w. g.) niet geschikt om het gemoed aan te doen.

2024-04-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onaandoenlijk

(ona:n'doenlək) bn. en bw. (-er, -st) ongevoelig, koud: een gemoed.

2024-04-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onaandoenlijk

bn. en bw. (-er, -st), niet snel vatbaar voor gemoedsaandoeningen, ongevoelig: een koud en gemoed.

2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onaandoenlijk

Onaandoenlijk bn. bw. (-er, -st), niet aandoenlijk, ongevoelig, koud: een koud en onaandoenlijk gemoed.