omvang
omvang - Zelfstandignaamwoord 1. omtrek, dikte 2. grootte 3. uitgestrektheid 4. (muziek) de tonen die een stem of instrument kan voortbrengen, toonomvang omvang - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omvangen ♢ Ik omvang 2. gebiedende wijs van omvangen ...