Wat is de betekenis van omtrekken?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

omtrekken

ómtrekken - Werkwoord 1. (ov) iets uit een staande positie brengen door het met een krachtige beweging naar je toe te halen 1. (ov) omver smijten, neerhalen Bij het omtrekken van het muurwerk van het kasteel zullen grote delen op het gewelf terecht zijn gekomen.|#...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

omtrekken

omtrekken - onregelmatig werkwoord uitspraak: om-trek-ken 1. door trekken in een andere stand brengen ♢ we hebben de oude schutting omgetrokken 2. ergens een lijn omheen zetten ♢ je kunt deze fi...

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Omtrekken

I. (trok om, heeft en is omgetrokken), 1. (overg.) (w. g.) door trekken in de rondte voortbewegen: een zwaar gewicht, dat de raderen der machine omtrekt; 2. door trekken in een andere stand brengen: eerst moet je de tafel wat omtrekken; 3. omvertrekken, omhalen: zes man waren bezig de zware boom met touwen om te trekken; 4. (va...

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

omtrekken

trok om, h. (1), i. (2) omgetrokken (1 omvertrekken; 2 trekken langs de omtrek van een ruimte, een leger enz.); 1. de muren met brandhaken omtrekken; 2. de stoet trok tweemaal de markt om; ‘s vijands rechtervleugel omtrekken, met het doel de terugtocht af te snijden, hem in de rug aan te tasten; een omtrekkende beweging, met dit doel.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

omtrekken

I.('om) (trok om, omgetrokken) 1. (heeft) her- en derwaarts trekken: varkens die hij met zich omtrok. 2. (heeft) door trekken omver doen vallen: een boom met touwen -. 3. (is) eromheen trekken: de stoet is de markt omgetrokken. II. ('trekkən) (omtrok, heeft omtrokken) 1. trekkend omgeven: de liniën van de vijand -. 2. omringen...

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

omtrekken

(trok om, heeft en is omgetrokken), 1. door trekken in een andere stand brengen: eerst moet je de tafel wat —; 2. omvertrekken, omhalen: zes man waren bezig de zware boom met touwen om te trekken; 3. (lijnen) om iets trekken, beschrijven, tekenen en daardoor de figuur schetsen; 4. langs de omtrek van een aangewezen ruimte trekken: de stoet...

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Omtrekken

Omtrekken (trok om, heeft en is omgetrokken), (w. g.) door trekken in de rondte voortbewegen: een zwaar gewicht, dat de raderen der machine omtrekt; — naar eene andere plaats trekken: eerst moet gij de tafel wat omtrekken; — omvertrekken, omhalen, naar zich toe trekken en daardoor doen vallen: zes man waren bezig den zwaren boom met to...

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)