Wat is de betekenis van omlijsting?

2024-04-18
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

omlijsting

omlijsting - zelfstandig naamwoord uitspraak: om-lijs-ting 1. rand om iets heen ♢ als omlijsting van de postzegel zijn simpele lijnen gebruikt Zelfstandig naamwoord: om-lijs-ting de omlijsting ...

2024-04-18
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

omlijsting

omlijsting - De zichtbare elementen rond een deur, raam of andere opening.

2024-04-18
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Omlijsting

s., omlisting, list.

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Omlijsting

v., 1. het omlijsten; 2. (-en), lijst, lijstwerk.

2024-04-18
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

omlijsting

v. (-en) 1. Eig. het omlijsten. 2. Metn. wat dient om te omlijsten: de van de ➝ deur. 3. Metf. kader, raam: de poëzie van een dichter in de van zijn leven.

2024-04-18
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

omlijsting

v., 1. het omlijsten; 2. (-en), lijst, lijstwerk.