omhullen
omhullen - Werkwoord 1. (ov) rondom met een laag bedekken ♢ Hij moest zijn schouders en benen omhullen met een lap stof voordat hij de tempel mocht betreden. 2. (refl) zich ~: zichzelf rondom bedekken ♢ De rups omhulde zich met een cocon van gesponnen...