Wat is de betekenis van omheining?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

omheining

omheining - Zelfstandignaamwoord 1. een afscheiding rond een bepaald terrein of erf We hebben gekozen voor een omheining van bamboe. Woordherkomst Naamwoord van handeling van omheinen met het achtervoegsel -ing.

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

omheining

omheining - zelfstandig naamwoord uitspraak: om-hei-ning 1. afscheiding van houten latten, gaas of spijlen ♢ wij hebben geen omheining rond onze tuin Zelfstandig naamwoord: om-hei-ning de omheining ...

2024-04-20
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Omheining

Het obstakel langs de weg. Klimmen we er overheen, dan zullen we ook in de waaktoestand een hindernis op onze weg overwinnen. Blijven we aan de omheining hangen of lopen we scheuren in onze kleding op, dan moeten we de komende tijd voorzichtig en tactisch te werk gaan, om niet in het leven te blijven ‘hangen’, dat wil zeggen: geen fiasc...

2024-04-20
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Omheining

is een andere naam voor afrastering.

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Omheining

s., (ôf)freding, stek (it), (om)heining.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Omheining

v., 1. het omheinen; 2. (-en) heining, schutting; 3. (krijgsw.) de buitenste verdedigingslijn van versterkte plaatsen, als van steden, dorpen, pachthoeven enz.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

omheining

v. omheiningen (het omheinen; [planken) schutting): over de omheining klimmen.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

omheining

v. (-en) 1. Eig. het omheinen. 2. Metn. middel om te omheinen.